top of page

ijsberen

Bij ons in de familie is ijsberen geen groep dieren, maar een werkwoord.

Wij gaan ijsberen.


Al meer dan dertig jaar verkondigt mijn vader de voordelen van koud water aan iedereen die het wil horen. Het is voor mij doodgewoon hem met zijn short op de fiets door de regen of de sneeuw te zien ploeren. Het is niet speciaal dat bij ons de keukendeur winter of zomer open staat. En het is normaal dat mijn vader in elke plas, beek of vijver duikt die hij ziet. Ik heb het nooit anders geweten.

Het is pas met ouder worden dat duidelijk werd dat andere volwassenen in mijn omgeving dit niet doen.


Sinds ik gebroken terug kwam uit Australië (zie vorige blog), ga ik met mijn ouders mee ijsberen. Elke week op hetzelfde tijdstip spreken we met een aantal gelijkgezinden af om te plonzen en te lachen.


Het start met een korte babbel bij de auto's. Iedereen krijgt een elleboog en we begroeten elkaar met het gebruikelijke: "Het gaat koud zijn hé!" Daarover zijn we steeds allemaal eens. Wanneer iedereen er is, trekken we in lichte looppas naar de vijver.


Ik doe mijn kleren en schoenen uit en stap snel naar het water. Bang dat als ik te lang wacht, ik me opnieuw ga bedenken. Mijn voeten hebben het al koud van het bevroren zand. En dan is het het uur van de waarheid. Ik overtuig mezelf dat ik het kan en stap het water in. Tot aan mijn middel gaat alles vlot en dan wordt het moeilijk. Mijn ademhaling versnelt en ik begin te puffen. Ik steek mijn armen in de lucht om mijn handen zo lang mogelijk te sparen van het ijzige water. Alles wat het water raakt voelt aan alsof er iemand met mini-naaldjes in mijn huid prikt.


Achter mij komt mijn vader met veel lawaai en snelheid het water ingedoken. Ik verkramp wanneer de golven aan mijn oksels komen en vloek binnensmonds. Bij onze kleren zijn een paar wandelaars blijven staan om te kijken wat we doen. In mijn hoofd zijn ze aan het kijken of ik het wel zal doen.


Ik zie mijn mama en de andere mensen uit de groep het water in komen. Elkaar aan het aanmoedigen bij elke stap. Nadine roept: "Komaan hé Astridje! Je kan het!"

Ik laat mijn armen zakken en begin te zwemmen. Ik kon het!



Puffend en blazend zwem ik een tijdje rond. Niet in staat om aan iets anders te denken dan de intense koude. Tot ik voor mezelf vind dat het genoeg is geweest. Ik zwem terug naar het strand, kom uit het water en steel tijdelijk mijn vader zijn Crocs die aan de rand van de vijver staan.


Wat een euforie! Het zuurstofrijke bloed raast door mijn verwijde aders. De oorspronkelijke paniekreactie maakt plaats voor een stroom van adrenaline. Elke pijntje waar ik die week last van had is verdwenen. Herboren. Ik droog me af, en ga er voor een tweede keer in.

Alles komt goed.

Astrid




P.S. Naar mijn ervaring wordt ijsberen het best gecombineerd met een sauna of warme douche en een middag dutje.


P.S. Een goed boek met de volledige wetenschappelijk verklaring voor de gezondheidsvoordelen van koud water is Oerkracht van Scott Carney.

104 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page