Ik wandelde twee weken geleden 63 kilometer op twee dagen. Dit is een leugen. Ik wandelde 56 kilometer op twee dagen. Twee weken geleden zetten twee vriendinnen, drie honden en ik aan om de groene wandeling van Brussel te stappen.
De eerste dag verliep redelijk vlot. We wandelden door de meest groene stukken van onze hoofdstad. Open velden, gezellige bossen, glooiende heuvels en hier en daar een kasteel. Ik voelde af en toe iets trekken en duwen in mijn rechter heup, maar niets dat ik als pijn zou omschrijven.
Zonder veel problemen legden we die eerste dag 34 kilometer af. "Dag 2 zou dus zeker moeten lukken", was het motto. Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik de eerste avond non stop heb gestretched. Op de grond, duwend tegen de salontafel, zittend op de zetel, spaghetti etend. De volgende ochtend voelde ik me verassend goed en de frisse temperaturen beloofden een stralende dag. Klaar voor de tweede helft van de tocht! 5 kilometer ver in dag 2 was mijn rechter heup zo verkrampt dat ik niet meer kon wandelen. Ik probeerde opnieuw veel te strechen, te drinken en vroeg om pauzes wanneer ik ze nodig had, maar niets hielp. Innerlijk werd de afweging gemaakt. Verschillende gedachten wisselden elkaar af: "Stoppen of doorbijten? Ik zou doorbijten. Wat is dit ook? Ik ben 31 jaar. Dat is veel te jong voor lichamelijke klachten. Ik heb ook al zwaardere tochten gedaan." De weerstand tegen de realiteit zoals die voor mij op dat moment was, was reëel.
Aan kilometer 7 durfde ik aan mezelf toegeven dat het stappen echt niet meer ging. Ik vertelde mijn vriendinnen dat ik zou stoppen met wandelen. Wat nu? Ik kon de tram nemen naar het huis van vorige nacht. Ik kon de tram nemen naar de auto en het eindpunt van de wandeling. Toen kwam vriendin Noor met een idee. Ik kon één van de elektrische stepjes nemen die doorheen Brussel verspreid liggen. Wij dus op zoek naar zo een step. Apps werden gedownload, visa- kaarten werden boven gehaald tot we aan het Atomium een zee van stepjes vonden, waaronder eentje dat effectief reed.
Vanaf dit moment reed ik zoomend achter mijn twee stappende vriendinnen. Ik volgde hen op en af borduurs, over grindwegen en gras, en langs de bospaden. Ik stond op de rijdende step mijn spieren te stretchen. Dit was best comfortabel.
We maakten grapjes. Van mijn kant deels om het ongemakkelijke gevoel te maskeren dat er voor mij gezorgd moest worden. (Iets dat ik ongetwijfeld volgende therapiesessie uitgebreid zal uitpakken.) We grapten dat ik de Stephen Hawkin van de groep was. Ik zou een boek moeten schrijven zei een vriendin, mijn theorieën naarpennen. Zonder haperen zei ik: "Het zal gaan over meditatie en de beperkingen van het menselijk lichaam."
Deze WIP titel van mijn nog ongeschreven boek is exact waarover deze ervaring gaat. Het aanvaarden van de beperkingen van mijn lichaam en de manier waarop maditatie me hierop voorbereid heeft. Wanneer ik mediteer ga ik zitten, blijf stil en kijken wat er in mij gebeurd. Eerst gaat mijn brein met mij op de loop. Gedachten wisselen elkaar in kort tempo op. Soms onderbrenken ze elkaar zelfs. Ik voel weerstand over het stil blijven zitten. Mijn been begint te slapen of mijn schouder jeult.
Dan na een minuut of tien, besef ik dat ik daar maar wat zit te denken. Het moment dat ik me daar bewust van wordt, kies ik om mijn gedachten los te laten. Ik volg mijn ademhaling en voel mijn lichaam. Opnieuw komen en gaan er gedachten voorbij gedurende een paar minuten en opnieuw merk ik dat op en keer ik terug naar het gevoel van mijn lichaam.
Dit proces herhaalt zich tot ik het opgeef en zeg: "vandaag is niet mijn meditatie- dag." Of, tot ik iets langer bij het gevoel van mijn lichaam kan blijven. Welke van de twee het ook is, ik heb er geen oordeel over. Er is geen gehechtheid aan het resultaat. Ik aanvaard mijn geest en lichaam zoals het op dat moment is. Is het rustig? goed. Is het druk? Ook goed.
En zo is meditatie ook een oefening in het aanvaarden van de beperkingen van mijn menselijk lichaam. Kan ik stappen? Goed. Kan ik niet stappen? Ook goed.
Na 7 kilometer steppen en een middagpauze had mijn lichaam voldoende gerust, was de verkramping uit mijn heup opgelost en kon ik terug mee stappen. Ik wandelende die dag nog 12 kilometer mee tot het eindpunt van de groene wandeling.
Comments